Geschiedenis
Meer dan 100 jaar
arbeidsdeskundige 1909..
Het vak van arbeidsdeskundige is relatief jong.
Bovendien is het een echt Nederlands beroep. In
1909 werd de heer Staleman aangesteld als
speciaal agent van de Rijksverzekeringsbank in
verband met niet medische beoordeling in het
kader van de OngevallenWet. Hij was in feite de
eerste arbeidsdeskundige. Met de komst van de
arbeidsongeschiktheidsverzekering WAO in1967
kreeg het vak van arbeidsdeskundige meer vorm.
De afgelopen 50 jaar heeft het beroep een grote
ontwikkeling door gemaakt. Het werkterrein is
veel breder geworden. Met de verdere
privatisering, differentiatie en specialisatie wordt
het werkveld voor de arbeidsdeskundige steeds
breder. Gelet op zijn specifieke kennis en zijn
vermogen om alle werkterreinen bij de
beoordeling te betrekking zal de vraag naar
arbeidsdeskundige expertise toenemen.
Daarnaast zullen steeds meer
arbeidsdeskundigen zich op een deelgebied
specialiseren.
De komst van de WAO 1967
Tot 1967 was de beoordeling van het recht op een
uitkering in verband met invaliditeit of ongeval, op
een enkele uitzondering na, voorbehouden aan
de medicus. Vaak een huisarts die in opdracht
een keuring verrichtte ten behoeve van de
Ongevallenwet of Invaliditeitswet of de toen
zeldzame particuliere verzekering.
In 1967 kwam de WAO. Voor de bepaling van het
recht op uitkering vormt het bepaalde in artikel 18
de basis.
Artikel 18 WAO per 1 juli 1967:
Arbeidsongeschikt, geheel of gedeeltelijk, is hij, die
tengevolge van ziekte of gebreken geheel of
gedeeltelijk buiten staat is om met arbeid die voor
zijn krachten en bekwaamheid is berekend en met
het oog op zijn opleiding en vroeger beroep hem in
billijkheid kan worden opgedragen, ter plaatse waar
hij arbeid verricht of het laatst verricht heeft of op
een naburige soortgelijke plaats te verdienen,
hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde personen,
van dezelfde soort en van soortgelijke opleiding, op
zodanig plaats met arbeid gewoonlijk verdienen
Zoals dit artikel aangeeft dienen er naast de puur
medische zaken als "ziekte en gebrek" ook een
aantal andere zaken betrokken te worden bij de
beoordeling van de mate van
arbeidsongeschiktheid. Het gaat om
bekwaamheden en kwalificaties,
arbeidsmarktfactoren, verdienvermogen en
billijkheidsaspecten.
Om deze beoordeling uit te kunnen voeren was
een n professional nodig: De arbeidsdeskundige
deed zijn intrede bij de GMD, het ABP en de
particuliere verzekeraar..
Van Publiek naar Privaat
Het beroep op arbeidsongeschiktheidsregelingen
en voorzieningen werd steeds groter. Vanaf eind
tachtiger jaren kwamen er maatregelen om de
groei tot stilstand te brengen en het beroep op de
regelingen te verminderen. Conform de
maatschappelijke tendens kwam er privatisering
in de sociale verzekeringen. De ziektewet werd
(bijna helemaal) afgeschaft en de regels om voor
een WAO uitkering in aanmerking te komen
werden verscherpt.
Bij de start in 1967 waren er geen of slechts een
gering aantal uitvoeringsregels. De invulling was
een taak voor de nieuwe arbeidsdeskundige. In
de loop der jaren was er wel wat meer regelgeving
gekomen en waren een aantal zaken, met name
door jurisprudentie uitgekristalliseerd, er bleef
een relatief grote beleidsvrijheid. Met de
aanscherping van de regels werd deze
beleidsvrijheid steeds minder. Het
billijkheidscriterium verdween, er kon nauwelijks
nog rekening gehouden worden met persoonlijke
omstandigheden.
De particuliere verzekeraars stortten zich op de
ontstane lacunes. Ziekengeld herverzekeringen
voor bedrijven, wao-gat e.d.
In 1994 werden de leefvoorzieningen uit de AAW
gehaald en onder gebracht bij de
zorgverzekeraars en de gemeenten (wet
voorzieningen gehandicapten -WVG). De
gemeenten moeten in het kader van de WVG en
de huidige Participatiewet advies inwinnen
alvorens zij een beslissing kunnen nemen. Er
kwamen particuliere bureaus, met
verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, later
ook ergotherapeuten e.d., in dienst die deze
adviezen gingen verzorgen.
Rond deze tijd kwam er ook meer aandacht voor
re-integratie. In de begin jaren van de WAO
eindigde het arbeidsverleden vaak als er bij de
eigen werkgever geen mogelijkheden meer
waren. (de uitkering was daar ook op afgestemd).
De GMD en later ook de bedrijfsverenigingen, die
de taken van de GMD hadden overgenomen,
kregen een belangrijkere rol bij re-integratie.
De Arbeidsdeskundige speelde en speelt hierbij
een crusiale rol. Er kwamen bemiddelingsunits en
op de markt kwamen steeds meer aanbieders van
arbeidsmarkt kwalficatie en -
toeleidingsproducten. Een grote groep
arbeidsdeskundige verruilde de
uitvoeringsorganisaties voor private bedrijven.
Het was moeilijk om de vacatures op te vullen.
Zelfstandige arbeidsdeskundigen en
arbeidsdeskundige bij private bedrijven gingen op
detacheringsbasis voor de publieke uitvoerders
werken. zie kader wet verbetering poortwachter
De GMD
Gemeenschappelijk
Medische Dienst 1967-
1992
In de wet WAO was geregeld dat de
arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
moest plaatsvinden door een
onafhankelijke gemeenschappelijke
medische dienst.
De GMD werd opgericht.
Vele verzekeringsartsen en
arbeidsdeskundigen kwamen hier in
dienst.
Naast de beoordelingen van de mate
van arbeidsongeschiktheid in het kader
van de WAO kreeg de GMD ook nog
andere taken. In opdracht van het
ministerie van volkshuisvesting was de
GMD het verplichte adviesorgaan voor
woningaanpassingen. Er werden
beoordelingen gedaan t.b.v. de
uitvoering AKW/AWW voor de Raad van
Arbeid. De GMD was adviesorgaan in
het kader van de vrijstelling
omroepbijdragen. Voorts had de GMD
een taak met betrekking tot re-
integratie. Mogelijkheden voor
werkaanpassingen werden beoordeeld
en ook door de GMD gerealiseerd. Dit
waren specifieke werkzaamheden voor
arbeidsdeskundigen.
Toen in 1976 de AAW in werking trad,
werden de taken uitgebreid met
advisering en realisering van
voorzieningen in werk- en leefomgeving.
Aanpassingen van werkplekken, maar
zeker de vervoersvoorzieningen zijn
bekende voorbeelden.
De door de verzekeringsarts
vastgestelde
belastbaarheid/belemmeringen vormde
de input voor de arbeidsdeskundige
gevalsbehandeling.
De arbeidsdeskundige bij het ABP
voerde soortgelijke werkzaamheden uit.
In die tijd kwamen er steeds meer
particuliere verzekeringspolissen met
name voor zelfstandigen die zich zo ook
konden verzekeren voor de gevolgen
van arbeidsongeschiktheid.
Daarnaast nam de mobiliteit, met name
het autogebruik, toe. Mede hierdoor
kwam er steeds meer letselschade. Met
name bij de vaststelling van het verlies
aan verdienvermogen werd door de
particuliere verzekeraar een beroep
gedaan op de arbeidskundige expertise.
Een aantal arbeidsdeskundigen was in
dienst van de verzekeraar. Verder
werden er opdrachten verstrekt aan
particuliere arbeidskundige bureaus die
inmiddels waren ontstaan en zich
hierop gespecialiseerd hadden.
De vraag naar arbeidsdeskundigen blijft
stijgen. Inmiddels zijn er meerdere
opleidingsinstituten die de Post HBO
opleiding tot arbeidsdeskundige
aanbieden.
De opleiding geeft een goed perspectief
op werk zowel als zelfstandige als in
loondienst in de publiek en in de private
sector.
Wet Verbetering
Poortwachter
Met de komst van de WIA en de Wet
Verbetering Poortwachter, net na de
eeuwwisseling werd het werk voor de
arbeidsdeskundigen fors uitgebreid.
Hoewel de arbeidsdeskundige geen
verplichte discipline is tijdens de duur
van het ziekteverzuim kan het vaak niet
zonder de arbeidsdeskundige expertise.
Denk daarbij aan het in kaart brengen
van de arbeidsbelasting in het eigen
werk zodat de bedrijfsarts kan bepalen
of iemand geschikt is voor het eigen
werk. Of het bekijken of voorzieningen
of aanpassing van het werk een optie is
om te werk hervatting te komen.
Als het zo is dat het eigen werk niet
meer lukt dient nagegaan te worden of
er passende alternatieven bij de eigen
werkgever zijn. Ook hierbij is de
arbeidsdeskundige expertise vaak
essentieel. En mocht een herplaatsing
niet lukken dan kan de
arbeidsdeskundige adviseren over de
arbeidsmogelijkheden op de
arbeidsmarkt.
De arbeidsdeskundige, die dan vaak
door de werkgever wordt ingehuurd, zal
een onafhankelijk advies geven aan
werkgever en werknemer, mede vanuit
zijn kennis van de sociale verzekeringen.
Daarnaast beoordelen de
arbeidsdeskundigen in dienst van het
UWV de re-integratie inspanningen bij
een WIA aanvraag of, wanneer de re-
integratie stagneert bij een aanvraag
deskundigenoordeel.
Preventie en Duurzame
inzetbaarheid
De komende jaren gaan de arbeidsdeskundige,
naast hun rol in de verzuimbegeleiding en
beoordelingen, zich steeds meer met preventie en
duurzame inzetbaarheid van medewerkers bezig
houden.
Demografische ontwikkelingen, langer
doorwerken, krapte op de arbeidsmarkt, nieuwe
aandoeningen en de noodzaak voor zelfsturing,
eigen regie voeren vragen om aandacht voor
vitaliteit, blijven ontwikkelen en kansen pakken
waar deze zich voordoen. Advisering en
ondersteuning vanuit de arbeidsdeskundige
expertises vormt daarbij een essentiële rol binnen
de driehoek mens werk en inkomen
De Arbeidsdeskundige Website
informatie over het beroep van arbeidsdeskundige